
Wijnand Burger: ‘wethouder Bluijs zakt weg in moeras van ambtelijk jargon’
Zijn ze nou belazerd?
Journalist Wijnand Burger schrijft op regelmatige basis columns voor het Haarlems Weekblad en de Heemsteedse Courant. Onder de titel ‘Zijn ze nou belazerd?’ gaat hij in op actuele ontwikkelingen, die zich veelal in Zandvoort afspelen.
Wethouder Jur Botter van de gemeente Haarlem liet mensen interviewen op de Grote Markt over de dienstverlening van de gemeente. “Zorg eerst maar eens dat de telefoon wordt opgenomen,” riepen de Haarlemmers of “Zorg dat we antwoord krijgen op onze mails.” Een beetje bedrijf zou vol schaamte meteen de dienstverlening gaan aanpakken. Maar zo werkt dat niet bij een gemeente. Die gaan dan eerst een visie ontwikkelen. Botter had wel een beeld over hoe dienstverlening er uit moest zien, maar geen gezamenlijk beeld, zei hij. Dus werd er voor 60.000 euro een dienstverleningskompas gelanceerd.
Toen het kompas uitkwam, was hij blij dat er nu een kompas is waar de hele organisatie op kan varen. Dat brengt duidelijkheid, zei hij. Ik citeer: “Het dienstverleningskompas brengt focus aan in het wenselijke dienstverlenings-DNA. Het DNA van de organisatie komt tot uitdrukking in de dienstverleningscultuur. Cultuur geeft richting aan juist handelen met denkkaders en een leidraad voor gewenste houding en gedrag. De onbewuste spelregels geven betekenis aan het handelen en bestaan van de medewerkers.” Het is toch om te huilen dat je voor 60.000 euro met zulke quatsch aankomt? Want verder staat het stuk vol met aanbevelingen, die een normaal mens al uit zichzelf zou doen. Dan meldt hij zich zonder de besluitvorming van de gemeenteraad van Zandvoort af te wachten nog aan bij het Netwerk Begrijpelijke Overheid (NBO), een organisatie die het probleem van onduidelijke overheidstaal aanpakt. Daar is hij dan rijkelijk laat mee.
Vreemd genoeg is de Zandvoortse wethouder Gert-Jan Bluijs ook blij met de visie. “De visie wordt het kompas waarop de ambtelijke organisatie gaat varen,” herhaalt hij Botter. Aan schipbreuk met dit rondtollend gereedschap wordt niet gedacht. Hij vergeet zeker dat in juni 2017 “Zichtbaar Zandvoort” is vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort. Een stuk dat de dienstverlening (met een couleur lokaal) voor Zandvoort regelt en gebruikt zou worden als basis voor de ambtelijke samenwerking.
Om het aan Zandvoort aan te passen gooit Bluijs er nog eens 42.000 euro tegen aan. Maar het rapport is één op één van Haarlem overgenomen. Vol met Haarlemse leut en ver weg van onze couleur lokaal. Neem nou een zin als: “Zo wordt in het sociaal domein gewerkt volgens het principe ‘werken vanuit de bedoeling’ en is de implementatie van de Omgevingswet onder andere bedoeld om het principe ‘ ja, tenzij’ toe te passen.” Geen touw aan vast te knopen, toch? Oplossingen worden ook al niet gegeven. “Samen met onze inwoners, ondernemers en organisaties maken we deze visie tot een succes in de uitvoering. We hebben elkaar daarbij nodig,” zegt Bluijs. Dus we moeten het nog zelf doen ook. Bluijs, vroeger een heldere denker, zakt langzaam weg in het moeras van het ambtelijk jargon. Een manager uit het bedrijfsleven zou de dienstverlening bij de gemeente eens onder handen moeten nemen.
De Zandvoortse gemeenteraadsleden gaan in januari het rapport bespreken. Maar grote broer Haarlem heeft het rapport voor de dienstverlening van Haarlem en Zandvoort allang aangenomen. Ze voelen zich dus de bovenliggende partij. De Zandvoortse raad kan het rapport alleen maar braaf goed gaan zitten keuren. Een zinloze arbeidstherapie. Alleen de oppositie (OPZ en PVV) zullen wel vragen het in de prullenbak te gooien. Want daar hoort zo’n gedrocht tenslotte thuis.